Wanneer start je best met composteren?
Zet nooit een composteersysteem op of start nooit met het vullen van een compostvat bij vriesweer. In deze periode van het jaar komt het composteringsproces te moeilijk op gang. Ook bij hevige regenval wacht je beter even met de opstart.
Zoek de beste plaats voor je composteersysteem
- Een compostvat zet je best op een plaats die meerdere uren per dag zon krijgt.
- Een compostbak of een composthoop hebben minder zon nodig en kunnen dus op een schaduwrijke plaats gezet worden.
Plaats het compostvat op dallen of op een houten pallet, zodat het overtollige vocht kan wegsijpelen en de compostdiertjes hun weg vinden naar het materiaal. Leg onderaan veel structuurmateriaal dat voor de nodige verluchting zorgt: takjes, haagscheersel, houtsnippers, ...
Gebruik zoveel mogelijk vers materiaal
Het keuken- en tuinafval wordt best zo vers mogelijk aan het composteersysteem toegevoegd. Vermeng het met het reeds aanwezige materiaal om uitdrogen te vermijden.
Gebruik geen grof materiaal
Om de afbraakorganismen voldoende toegang te geven tot het afval mag het niet te grof zijn. Daarom knip je de stengels van bv. bloemen of andere planten en lange twijgjes best in korte stukjes. Takken worden beter met een hakselaar verkleind. Een hakselaar is in de handel te koop of kan je huren.
Meng alles goed door elkaar
De micro-organismen (bacteriën, schimmels…) en kleine beestjes (wormen,…) die voor de afbraak zorgen, hebben voedsel, water en lucht nodig. Goed composteren betekent dan ook vooral goed mengen.
Droog en stug afval (stro, kleine takjes,…) meng je best met water- en voedselrijk materiaal (gemaaid gras, keukenafval). Het droge afval zorgt dan voor de luchtcirculatie en het natte afval voor het water en het voedsel. Zo kunnen bacteriën en schimmels het best hun gang gaan.
Heb je enkel nat keukenafval en gras, voeg dan houtsnippers toe bij het opzetten van je composthoop.
Let op voor grote hoeveelheden
Voeg nooit te grote hoeveelheden van hetzelfde materiaal in één keer toe. Grote hoeveelheden gras of bladeren kun je gerust in je tuin uitstrooien tussen struiken en bomen. Deze vormen immers een ideale mulchlaag (deklaag), die de groei van onkruid tegenhoudt.
Hou een oogje in het zeil
Door het intens afbraakproces stijgt de temperatuur in de compost en gaan de afbraakorganismen nog sneller werken. Bij temperaturen boven de 50° C kunnen deze organismen zelfs onkruidzaden en ziektekiemen vernietigen. De hoop wordt zo als het ware gepasteuriseerd. Door de stijging van de temperatuur verdampt ook al het overtollige vocht.
Let er dus op dat je composthoop niet te nat wordt en hierdoor aan temperatuur verliest. Veel nat materiaal toevoegen in je compostvat is dus uit den boze.
Zorg voor beluchting
Het proces van de compostering wordt sterk bevorderd door de compost te beluchten. Als je met een composthoop of een compostbak werkt, moet je de compost omzetten. Bij een composthoop of een enkele compostbak doe je dat met een riek. Als je met meerdere compostbakken werkt, verplaats je de inhoud best van de ene bak naar de andere. In een compostvat kun je met een beluchtingsstok werken.