Luiers en ander hygiënemateriaal
Dit is geen organisch afval en hoort niet bij het gft. Dit hoort steeds thuis bij het restafval.
Sigarettenpeuken
Er zitten veel schadelijke stoffen in tabak. Peuken horen thuis bij het restafval.
TIP! Koop een zakasbakje om je peuk onderweg in te deponeren. IDM werkt daarvoor samen met een aantal lokale tabakshandelaars. Ook in de kantoren van IDM, in de recyclageparken en bij een aantal gemeentelijke instanties kan je voor slechts 2 EUR een zakasbakje aankopen. Een overzicht van de verkooppunten vind je hier.
Videoband
Je kunt oude cassettebanden, geluidsbanden en videobanden weggooien bij het restafval. Dozen/hoezen van cassettebandjes of videobanden kunnen van plastic of papier zijn. De plastic hoezen mogen niet bij het pmd, je kan er wel mee terecht in de sorteerstraat op het recyclagepark.
Injectienaalden
Injectienaalden horen niet thuis bij het restafval of bij het pmd. Je moet ze verplicht in een gele naaldcontainer deponeren. Deze naaldcontainer mag je dan naar het recyclagepark brengen.
Alleen op die manier kunnen ze op een veilige manier verwerkt worden. Een naaldcontainer is te koop bij de apotheek en is ook verkrijgbaar op het recyclagepark.
Lege verfpotten
Verf wordt door de overheid beschouwd als klein gevaarlijk afval. De wet beschouwt verpakkingen van dergelijke producten dan ook als kga.
Lege verfpotten in metaal of in plastic horen thuis op het recyclagepark bij het klein gevaarlijk afval en dus niet als een metalen of plastic verpakking in de pmd-zak.
Overleden huisdieren
Huisdieren of gezelschapsdieren zijn dieren die de mens in of rond het huis houdt en verzorgt om zichzelf te plezieren, bv. honden, katten, knaagdieren, kooi- en volièrevogels, duiven en vissen. Konijnen, kippen, kalkoenen, kwartels, parelhoenders, eenden, ganzen en fazanten zijn dat ook, indien er geen commerciële opbrengst aan verbonden is zoals de productie van vlees, wol, pels, eieren, pluimen of huiden.
Runderen, schapen, (dwerg)geiten, varkens, hangbuikzwijnen en herten ... zijn landbouwdieren en dus geen gezelschapsdieren.
Laten ophalen
Je kan met een overleden gezelschapsdier niet zomaar overal naartoe. Bij voorkeur komt het bij een erkende verwerker terecht, via een erkende ophaler. De reden daarvoor is dat dode dieren voor het leefmilieu bepaalde risico‘s inhouden. De ophalers zorgen voor het vervoer. Je moet natuurlijk wel deze kosten vergoeden. Weegt het dier meer dan 10 kg dan is deze manier een verplichting.
Dierencrematorium en -begraafplaats
In Vlaanderen is een beperkt aantal dierencrematoria en -begraafplaatsen vergund voor het verbranden, begraven en eventueel opslaan van dode gezelschapsdieren.
Dierenarts en dierenasiel
Is je gezelschapsdier bij de dierenarts overleden of diende die het dier een laatste spuitje toe, dan kan de dierenarts het met een erkend ophaler meegeven. Op eigen initiatief je dier naar de dierenarts brengen, kan enkel als deze een milieuvergunning heeft voor het opslaan van dode dieren. Bij dierenasielen komen veel doodgereden dieren terecht. Zij mogen deze dieren enkel aannemen indien ze over een vergunning beschikken voor de opslag van dierlijk afval.
Begraven in de tuin
Dit is de minst goede oplossing. Het politiereglement van heel wat gemeenten verbiedt het begraven in eigen tuin.
Weegt je dier meer dan 10 kg dan is dit niet toegelaten. Is je dier gestorven aan een overdraagbare ziekte voor dier of mens dan is dit verboden. Begraven mag alleen in zanderige grond. In klei- of leemgrond is er niet genoeg ontbinding.
Het dier moet in een put begraven worden van minstens een halve meter diep, maar moet wel boven het waterniveau liggen. Er mogen geen plastic zakken of ander slecht afbreekbare verpakkingen mee de grond in.