Een mooi gazon is niet weg te denken uit de tuin. Maar een gazon zorgt ook voor heel wat werk én tuinafval.
Hoe kan je aan goed grasbeheer doen?
- Leg niet meer gazon aan dan noodzakelijk. Afwisseling met andere beplanting of verharding geeft een dynamisch uitzicht aan je tuin én zorgt voor meer biodiversiteit.
- Kies voor een traaggroeiende grassoort.
- Gebruik traagwerkende organische meststoffen met een laag stikstofgehalte. Stikstof zorgt voor de groeispurt van gras en dus voor meer grasmaaisel.
-
Laat het gras maar groeien. Waar je zit en wandelt in de tuin hoort zeker een kortgeschoren gazon dat aangenaam en gemakkelijk te betreden is. Maar op sommige plekken kan je het afwisselen met langer gras, bv. onder bomen, naast hagen, achterin de tuin, in de boomgaard, ... Plant in die stroken bloembollen (krokussen, hyacinten, …) die in de lente voor een prachtig effect zullen zorgen en zich jaar na jaar vermenigvuldigen.
Al eens gedacht aan het gebruik van een mulchmaaier?
Een mulchmaaier versnippert meteen de gemaaide grassprietjes en verdeelt ze over het grasveld. De natuur doet de rest!
- Een mulchmaaier zorgt voor een betere bodemstructuur.
- De grasmat is beter beschermd tegen droogte.
-
Je hebt geen bijkomende bemesting meer nodig.
Grasmaaisel kan je composteren.
- Wil je grasmaaisel composteren, meng het dan zeker met voldoende luchtig structuurmateriaal zoals takken, bladeren of versnipperd hout. Anders kan grasmaaisel al snel verstikkend werken waardoor het composteerproces stilgelegd wordt én er geurhinder kan ontstaan.
- Grasmaaisel kan je ook perfect als mulchmateriaal gebruiken. Een laagje tussen je planten of onder je hagen voorkomt heel wat onkruidgroei. Leg de laag niet te dik.
Meer over grasbeheer lees je in de brochure 'Laat u er gras over groeien?'.